Deelprogramma 2.1: Kwaliteit leefomgeving

Financiën

Financiën

Financieel overzicht lasten en baten

02.1

Kwaliteit van de leefomgeving

Omschrijving

Rekening

Actuele Begroting

Primitieve begroting

(Bedragen x 1.000 euro)

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Lasten

122.955

125.307

134.482

136.694

138.128

141.280

Baten

76.142

75.744

78.357

78.744

78.761

78.743

Saldo van baten en lasten voor reservemutaties

-46.813

-49.563

-56.125

-57.950

-59.367

-62.537

Reserve mutaties

Totaal toevoegingen

75

240

30

30

30

30

Totaal onttrekkingen

182

182

182

182

182

182

Saldo van baten en lasten na reservemutaties

-46.706

-49.621

-55.973

-57.798

-59.215

-62.385

Financiële toelichtingen begroting 2025

Hieronder lichten we achtereenvolgens toe waar het geld vandaan komt en waar het naartoe gaat, welke extra middelen er beschikbaar worden gesteld en of daar extra dekking tegenover staat. Hierbij geven we op hoofdlijnen aan wat de verschillen zijn in beschikbare baten en lasten ten opzichte van de vorige begroting.

Toelichtingen op baten en lasten begroting 2025

2.1: Kwaliteit leefomgeving

Lasten

Baten

Saldo

Begroting 2025

134.482

78.365

-56.125

Waarvan intensiveringen 2025

133

-386

-253

Bestaand beleid 2025

134.615

78.743

-55.872

Verschil ten opzichte van 2024

9.308

2.998

-6.310

Waar gaat het geld voornamelijk naar toe (bestaand beleid), inclusief verklaring verschil ten opzichte van begroting 2024 op hoofdlijnen (schuin gedrukt):

2.1: Kwaliteit leefomgeving

Lasten

Baten

Onderhoud en beheer openbare ruimte

63.500

1.500

  • Groen- en speelvoorzieningen, beheer en onderhoud van groen en speelvoorzieningen in de openbare ruimte (25,4 miljoen euro);
  • Onderhoud van wegen in de openbare ruimte (14,7 miljoen euro);
  • Schoonhouden van de openbare ruimte, waaronder ook onder meer gladheidsbestrijding, dierplaagbeheersing, de aanpak van mens-dierconflicten en fietsenbeheer (9,0 miljoen euro);
  • Verkeersvoorzieningen, onderhoud van verlichting en verkeersvoorzieningen zoals bebording en markeringen (5,0 miljoen euro);
  • Kunstwerken en water, onderhoud en beheer van civiele kunstwerken in de openbare ruimte, het betreft onder meer bruggen, kademuren en torens (4,4 miljoen euro);
  • Beheren en participatie, onder meer programmering van onderhoudsprogramma’s, beheerbeleid, beheer van data en stadsdeelbeheer (3,2 miljoen euro);
  • Onderhoud van begraafplaatsen, zoals parkonderhoud Selwerderhof en het onderhoud en beheer van inactieve begraafplaatsen (1,8 miljoen euro).

In zijn totaliteit gaat het hier om een begroot lastentotaal van ca. 63,5 miljoen euro. Diverse baten in relatie tot deze onderhoudsbudgetten bedragen 1,5 miljoen euro.

Verschil t.o.v. 2024:

  • Groen en speelvoorzieningen: Hogere lasten van 2,5 miljoen euro. Deze lastenstijging bestaat met name uit een stijging van personele lasten bij Wijkonderhoud (750 duizend euro) en Beheer openbare ruimte (800 duizend euro). De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn een verschuiving van overheadlasten die als gevolg van de nieuwe BBV-notitie overhead direct worden toegerekend en reguliere loon- en prijsstijgingen.

Daarnaast zien we een lastenstijging van 400 duizend euro als gevolg van uitstroom van medewerkers uit de Sociale Werkvoorziening (SW)  voor het beheer en onderhoud in onze gemeente. Omdat de inleenvergoeding voor SW medewerkers voor het beheer en onderhoud altijd relatief laag was, leidt alternatieve capaciteit van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt tot meer kosten.

Ook is in 2025 voor het versterken van het ecologisch beheer aanvullend 450 duizend euro beschikbaar. Dit leidt tot hogere lasten.

  • Wegen: Hogere lasten van ruim 800 duizend euro, deze lastentoename bestaat vooral uit hogere kapitaallasten van het meerjareninvesteringenplan voor vervangingen en aanvullend groot onderhoud. Een belangrijke oorzaak van deze lastenstijging zijn de beschikbaar gestelde aanvullende middelen uit voorgaande begrotingen voor vervangingen en groot onderhoud (ca. 0,5 miljoen euro). Het reguliere onderhoudsbudget is niet toereikend voor de dekking van de kapitaallasten die met deze investeringen zijn gemoeid. Daarnaast zorgt de indexatie van budgetten voor een lastenstijging van ca. 0,3 miljoen euro.
  • Schoonhouden openbare ruimte: Hier zien we een toename van de lasten van bijna 2 miljoen euro. Deze stijging bestaat met name uit een stijging van personele lasten (1,2 miljoen euro) veroorzaakt door:
  • een verschuiving van overheadlasten, als gevolg van de nieuwe BBV- notitie overhead  worden personele lasten zoveel mogelijk direct toegerekend (0,5 miljoen euro);
  • een verschuiving van overige lasten (0,5 miljoen euro), bijvoorbeeld de kosten van milieustewards die voorheen aan de afvalstoffenheffing werden toegerekend, worden nu toegerekend aan dit product. Deze kosten worden gedekt uit een vergoeding voor het opruimen van plastic in zwerfafval;
  • reguliere loon- en prijsstijgingen (0,2 miljoen euro).

Naast deze toename van de lasten stijgen de baten met 0,6 miljoen euro. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de extra te ontvangen vergoeding in 2025 voor het opruimen van plastic in zwerfafval van 550 duizend euro.

Rioolheffing

21.900

22.900

Voor het beheer en in stand houden van het rioolstelsel bedragen de begrote lasten in totaal 21,9 miljoen euro. Tegenover deze lasten staan 22,9 miljoen euro opbrengsten uit opgelegde aanslagen rioolheffing.
Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf Lokale heffingen in deze begroting.
Voor de rioolheffing bepalen we de BTW op basis van het zgn. kasstelsel. Hierbij is het begrote BTW-bedrag berekend op basis van de verwachte jaarlijkse uitgaven en investeringen. In deze begroting gaat dit om een bedrag van 3,1 miljoen euro.

Verschil t.o.v. 2024:
De lasten van de rioolheffing nemen toe met ca. 0,8 miljoen euro. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • Personele lasten (toename 0,5 miljoen): deze stijging wordt veroorzaakt door reguliere loon- en prijsontwikkelingen;
  • Kapitaallasten (afname 0,6 miljoen euro): mede doordat een deel van de investering in het rioolstelsel volledig is afgeschreven;
  • Diverse uitvoeringsbudgetten (toename 0,6 miljoen euro): door gestegen externe kosten waaronder veegkosten;
  • BTW-kosten (toename 0,2 miljoen euro): deze stijging komt mede doordat we vanaf 2025 ook de BTW over het materieel toerekenen aan de rioolheffing;
  • Overige kleinere effecten (toename 0,1 miljoen euro).

De baten nemen toe met ca. 0,6 miljoen euro als gevolg van een tariefstijging van 3,14%. Deze stijging is nodig om de stijging van de lasten te dekken en 100% kostendekkend te zijn.

Leges begrafenisrechten

1.500

1.900

Het faciliteren van de mogelijkheid om te begraven is een wettelijke verplichting voor de gemeente. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf Lokale heffingen in deze begroting.

Leges instemmingsbesluit telecommunicatieverordening graafwerkzaamheden

700

900

Het betreft hier de instemmingsbesluiten voor onder andere de aanleg van (glasvezel-)kabels en leidingen. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf Lokale heffingen in deze begroting.

Zakelijke dienstverlening Stadsbeheer

De wet markt en overheid stelt dat overheden een product of dienst niet meer onder de kostprijs mogen aanbieden. Daarom dienen deze commerciële producten minimaal 100% kostendekkend te zijn. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf Lokale heffingen in deze begroting.

  • Inzameling bedrijfsafval: We leveren onder andere aan bedrijven en instellingen diensten op het gebied van inzameling en verwerking van bedrijfsmatig vrijkomende afvalstromen. Ook faciliteren we omliggende gemeenten bij de inzameling van huishoudelijk afval.
  • Klein gevaarlijk afval: Dit betreft de inzameling van afval waarin chemische stoffen zitten, die schadelijk kunnen zijn voor het milieu en de gezondheid van mens en dier.
  • Straatreiniging: Dit betreft de reiniging van verharding op private terreinen.
  • Zakelijke werkplaats Stadsbeheer: Dit betreft het onderhoud en reparaties van voertuigen in bezit van derden, de verkoop van brandstoffen, in- en verkoop van diverse soorten brandstoffen aan bedrijven en particulieren en het leasen van voertuigen aan derden.

7.700

600

600
1.000

9.200

900

600
1.000

Beheer van geo-data

1.000

Dit betreft met name personele inzet en lasten van ICT-applicaties.

Afvalstoffenheffing

34.800

39.200

Als gemeente hebben we een wettelijke taak om zorg te dragen voor een adequate inzameling en verwerking van het afval dat vrijkomt bij huishoudens. Binnen dit deelprogramma bedragen de hiervoor begrote lasten in totaal 34,8 miljoen euro. Tegenover deze lasten staan 39,2 miljoen euro opbrengsten met name uit opgelegde aanslagen afvalstoffenheffing.
Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf Lokale heffingen in deze begroting.

Voor de afvalstoffenheffing bepalen we jaarlijks de BTW op basis van de geraamde uitvoeringskosten en investeringen voor de inzameling van het afval. In de begroting hebben we hiervoor 3,2 miljoen euro compensabele BTW opgenomen.

Verschil t.o.v. 2024:
De lasten van de afvalstoffenheffing nemen toe met 2,6 miljoen euro. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • Personele lasten (toename 2 miljoen euro): deze stijging is met name het gevolg van een verschuiving van lasten (1,6 miljoen euro), voor de helft betreft dit personele lasten van de voormalige GR ARCG. De toename van de personele lasten van de ARCG heeft geen kostprijsverhogend effect voor de afvalstoffenheffing omdat er dekking is vanuit de vrijval van de bijdrage aan de ARCG. De andere helft houdt verband met het direct toerekenen van overheadlasten als gevolg van de nieuwe BBV-notitie overhead. Ook hier geldt dat deze wijziging geen effect heeft op de afvalstoffenheffing omdat de overhead lasten die voorheen vanuit deelprogramma 4.4 Overhead en ondersteuning organisatie  werden toegerekend met een gelijk bedrag dalen. Resteert een lastenstijging van 400 duizend euro als gevolg van  reguliere loon- en prijsontwikkelingen;
  • Vuilverwerkingskosten  (toename 1,3 miljoen euro): dit bestaat uit een reguliere toename van het aantal tonnages, de tariefstijging van de afvalverwerker Omrin én de effecten van de overgang van de ARCG naar de Gemeente Groningen. Ook hier geldt dat de stijging van de vuilverwerkingskosten als gevolg van de overgang van de ARCG naar de gemeente Groningen geen kostprijsverhogend effect voor de afvalstoffenheffing, omdat er dekking is vanuit de vrijval van de bijdrage aan de ARCG. Tegenover de lastenstijging staat ook een opbrengststijging van de afvalstromen (325 duizend euro);
  • BTW-kosten (toename 0,7 miljoen euro): deze stijging komt mede doordat we vanaf 2025 ook de BTW over het materieel toerekenen aan de afvalstoffenheffing;
  • Dekking kosten inzet voorziening Afvalstoffenheffing (toename 0,4 miljoen euro): bij de begroting 2025 is voor de verlaging van het tarief Afvalstoffenheffing ca. 0,4 miljoen euro gedekt uit de voorziening;
  • Bijdrage ARCG (afname van 1,85 miljoen euro): vanwege de overgang van de ARCG naar de gemeente Groningen vervalt de bijdrage aan deze gemeenschappelijke regeling.

De baten van de afvalstoffenheffing nemen toe met 2,4 miljoen euro. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • Opbrengsten afvalstoffenheffing (toename 1,7 miljoen euro): door een toegepaste tariefstijging nemen de opbrengsten met 1,7 miljoen euro toe. Deze tariefstijging is nodig om tot een kostendekkende afvalstoffenheffing te komen;
  • Inzamelvergoeding restafval (toename 0,6 miljoen euro): d e inzamelvergoeding voor na te scheiden restafval was niet volledig opgenomen in de begroting. In deze begroting leidt dit tot hogere baten van ca. 0,6 miljoen euro.

Meerjarenprogramma Leefkwaliteit

4.300

Het betreft hier onder meer middelen voor de tijdelijke maatregelen om de overlast van het fietsparkeren terug te dringen (1 miljoen euro),  bodembeheer (0,8 miljoen euro), plan- en investeringskosten Stadspark (650 duizend euro), het groenplan Vitamine G (500 duizend euro) en het herwinnen van groen in de openbare ruimte (250 duizend euro).

Cultuurhistorisch erfgoed

700

Ook zijn binnen dit deelprogramma de personeelslasten begroot voor het beschermen, het in stand houden en het zorgvuldig beheren van het cultuurhistorisch erfgoed.

Waar zetten we dit jaar extra geld voor in (intensiveringen) en waar hebben we extra dekkingsbronnen binnen dit deelprogramma:

2.1

Intensiveringen en dekkingsbronnen 2025

Intensivering

I/S

Dekking

7

Bodeminformatiebeheer op orde en toekomstbestendig

260

I

8

Vervangingsinvesteringen en groot onderhoud

113

S

12

Formatie milieubeleid

100

S

10

Waardengestuurd beheer leefomgeving

495

I

14

Voedseltransitie, landelijk gebied

213

I

D4

BTW toerekenen aan afvalstoffen- en rioolheffing

S

928

De nummering komt overeen met de nummering in het Financieel meerjarenbeeld , hier staat een totaaloverzicht van en toelichting op de intensiveringen en dekkingsbronnen uit voorgaande jaarschijven.

Deze pagina is gebouwd op 11/20/2024 09:25:24 met de export van 11/19/2024 13:59:22