Paragraaf 6: Verbonden partijen
Ontwikkelingen
Algemeen
Op 14 december 2021 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Hiermee wordt de politieke verantwoording over gemeentelijke samenwerking versterkt. Volksvertegenwoordigers hebben meer mogelijkheden gekregen om hun controlerende rol in dit soort samenwerkingen in te vullen en te versterken. De wijziging is vanaf 1 juli 2022 geleidelijk in werking getreden. Gedurende een overgangsperiode van 2 jaar zijn naar aanleiding van de wetswijziging diverse veranderingen doorgevoerd in de gemeenschappelijke regelingen.
Met de wetswijziging is de betrokkenheid van volksvertegenwoordigers bij het bestuur van een samenwerkingsverband verbeterd. Zo hebben de volksvertegenwoordigers meer invloed gekregen op besluiten van een gemeenschappelijke regeling, bijvoorbeeld via zienswijzen of door het instellen van een gemeenschappelijke adviescommissie voor raadsleden bij zware regelingen. Ook hebben volksvertegenwoordigers meer mogelijkheden om invloed te hebben op het functioneren van een regeling, bijvoorbeeld via verplichte afspraken over evaluatie van de regeling en de verplichting om scherpere afspraken te maken over (financiële) gevolgen van uittreding voor de uittredende deelnemers. Op deze manier bestaat vooraf al duidelijkheid bij alle deelnemers over de (financiële) gevolgen die een eventuele uittreding met zich mee brengt. Daarnaast zijn er extra controlebevoegdheden gekomen, zoals de mogelijkheid om een enquête in te stellen over het functioneren van de gemeenschappelijke regeling. Wel dienen de raden van alle in de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten met deze enquête in te stemmen. Er is daarbij dus een raadsmeerderheid nodig in iedere deelnemende gemeente.
Mede in verband met de wetswijziging werken we aan de herziening van de Kadernota Verbonden Partijen.
Nieuwe verbonden partijen
De huidige gemeenschappelijke regeling PG&Z wordt ontvlochten. Er komen met ingang van 2025 twee aparte rechtsvormen: één voor de Publieke Gezondheid (GGD) en één voor regionale jeugdzorgtaken. Voor de gr GGD Groningen zijn de bevoegdheden in essentie niet gewijzigd. Voor de regionale jeugdzorgtaken wordt een Centrumregeling opgesteld, waarmee de bestuurlijke legitimatie beter wordt geborgd, taakvelden waarop regionaal wordt samengewerkt worden vastgelegd en de juridische basis voor subsidie- en garantieverlening is verbeterd. De gemeente Groningen wordt aangewezen als Centrumgemeente, de overige 9 gemeenten verlenen mandaat. De regionale inkooporganisatie jeugdhulp (RIGG) wordt een directie van de gemeente Groningen. Volgens planning is de begroting 2025 de laatste gezamenlijke begroting van de GGD en de RIGG.
Het voornemen is om GMF Stad BV om te vormen tot het gemeentelijk ontwikkelingsbedrijf, dat gericht is op het verwerven, (her)ontwikkelen en exploiteren van commercieel vastgoed waarmee maatschappelijk impact gecreëerd kan worden. Het gemeentelijk ontwikkelbedrijf zal vooral bij kunnen dragen aan een goede functiemix voor de binnenstad, de levendigheid en het voorzieningenniveau van gebiedsontwikkelingen, het bieden van een passende werkplek voor de creatieve sector en startende ondernemers en het creëren/vernieuwen van toekomstbestendige werklocaties. Ook in het kader van monumentenzorg en het tegengaan van ondermijning zal het gemeentelijk ontwikkelingsbedrijf een rol spelen.
Verbonden partijen in liquidatie of afbouw
Het bestuur van Publiek Belang Electriciteitsproductie (PBE) B.V., heeft met het Ministerie van Klimaat en Energie, ZEH Energy BV en Energy Resources Holding BV in februari 2024 overeenstemming bereikt over de terugtreding van PBE als contractpartij uit het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. Daarmee resteren er geen openstaande contractuele verplichting meer en kan PBE als vennootschap worden ontbonden. Het bestuur van de vennootschap treft momenteel voorbereidingen voor het definitief opheffen van de vennootschap en om de resterende liquide middelen na de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 26 september 2024 uit te keren aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.
De Stichting Industrie- en Handelsgebouwen Groningen (SIG) heeft als enige resterende doel de afwikkeling van de vordering op de failliete boedel van de TCN-Groep. Na finale afwikkeling daarvan zal de stichting worden opgeheven.
De Stichting Weerwerk wordt op basis van het raadsbesluit uit 2011 afgebouwd en zal worden opgeheven nadat de enige resterende werknemer in dienst kan treden bij een andere werkgever. Dat zal naar verwachting in 2024 zijn.
In verband met het verwerken van de grootste afvalstromen door Omrin met ingang van 2022 heeft onderzoek plaatsgevonden naar de toekomst van ARCG. Naar aanleiding van de uitkomsten daarvan zullen de onroerende zaken worden verkocht (aan de gemeente Groningen) en zal de gemeenschappelijke regeling in 2024 worden ontvlochten.
In verband met de afronding van de gebiedsontwikkeling Haren Noord, verwachten we de liquidatie van de rechtspersonen Dilgt Hemmen Essen BV en Stichting Commanditair Kapitaal Haren Noord in 2025.
Door de te geringe schaalgrootte hebben de aandeelhouders moeten concluderen dat GMF NV in de huidige vorm niet levensvatbaar is. De monumenten gelegen in de gemeente Groningen zijn in 2023 door de gemeente overgenomen, evenals de gerelateerde schulden en de rechtspersonen GMF Stad BV, GMF Watertoren BV en GMF Prinsenhof BV. In 2024 kan het bezit van GMF NV buiten de gemeente Groningen worden afgestoten en zal de rechtspersoon worden opgeheven.
In verband met de overdracht van de watertoren Noord aan de Noorderbinnensingel door GMF Watertoren BV aan de gemeente, kan GMF Watertoren BV, na afwikkeling van de resterende verplichtingen (waarvoor een voorziening is gevormd), naar verwachting in 2025 worden opgeheven.
Op basis van afspraken uit 2015 kon het pand stadsschouwburg voor 1 euro worden terug geleverd door GMF Stadsschouwburg BV aan de gemeente. De rechtspersoon GMF Stadsschouwburg BV dient daarom geen doel meer en zal, na afwikkeling van resterende rechten en plichten, naar verwachting in 2024, maar uiterlijk in 2025 worden opgeheven.
Eerder zijn we gestart met een globale verkenning van mogelijke toekomstscenario’s voor het Meerschap Paterswolde. Dit naar aanleiding van de gemeentelijke herindeling. In verband met de ontwikkelingen in de begroting van het Meerschap is het naar onze mening op korte termijn nodig keuzes te maken over de gewenste organisatorische inbedding en de daarmee samenhangende consequenties verder in beeld te brengen. Wij verwachten de uitkomst van deze toekomstscenario’s voor de vaststelling van de begroting 2026 van het Meerschap met u te kunnen bespreken.