Relevante ontwikkelingen
In dit onderdeel schetsen wij de interne en externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op onze financiering.
Voorgenomen financieringsbeleid
De financieringsbehoefte is gebaseerd op de meerjarenbalans 2025-2028 en ziet er als volgt uit.
Financieringsbehoefte 2025 (x 1 miljoen euro) | Bedrag 1-1-2025 | Bedrag 31-12-2025 |
---|---|---|
Saldo huidige geldleningen o/g | 1.206 | 1.319 |
Beschikbare reserves en voorzieningen | 326 | 328 |
Totaal lange financieringsmiddelen (A) | 1.532 | 1.647 |
Investeringen voorgaande jaren | 1.723 | 1.723 |
Investeringen 2025 (netto) | 0 | 115 |
Totaal benodigde financieringsmiddelen (B) | 1.723 | 1.838 |
Financieringsbehoefte (saldo A-B) | 191 | 191 |
De financieringsbehoefte hangt sterk af van de omvang van de investeringen in vaste activa en grondexploitaties. Daarmee is de financieringsbehoefte gevoelig voor wijzigingen in de planning van (grote) investeringsprojecten. Uit voorgaande jaren blijkt dat er in veel gevallen vertraging is in de uitvoering van projecten. Daardoor kan de uiteindelijke financieringsbehoefte lager uitvallen dan hierboven is berekend in de tabel Financieringsbehoefte.
Uit ervaring blijkt dat een deel van de vlottende passiva (exclusief kortlopende schulden) beschikbaar is voor de financiering van investeringen in vaste activa en grondexploitaties. In de begroting 2025 ramen we het beschikbare deel van de vlottende passiva op 75 miljoen euro. Dit bedrag is in bovenstaande tabel Financieringsbehoefte 2025 verwerkt in de regel Saldo huidige geldleningen o/g. De financieringsbehoefte in 2025 is het bedrag dat we naar verwachting aan leningen moeten aantrekken.
Afhankelijk van de situatie op de geld- en kapitaalmarkt zullen we in 2025 bepalen of we kiezen voor kortere of langere looptijden. In een normale situatie is kort geld (looptijd korter dan 1 jaar) goedkoper dan lang geld (looptijd langer dan 1 jaar), maar voor 2025 verwachten we dat de rente op zowel nieuw aan te trekken korte als op nieuw aan te trekken lange leningen uitkomt op 2,50% . Bij onze keuzes zorgen we er voor om binnen de in Wet fido opgenomen kasgeldlimiet en renterisiconorm te blijven. Bij de keuze van looptijden houden we ook rekening met het bestaande aflossingspatroon.