Paragrafen

Paragraaf 5: Financiering

Risicobeheer financieringsportefeuille

Dit onderdeel geeft een samenvatting van het risicoprofiel van de organisatie. Verder wordt ingegaan op de gegevens die vanuit de Wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) voor de toezichthouder nodig zijn.

 

Limieten financiering

Ter beperking van renterisico’s hanteren we limieten voor de korte en lange geldpositie. Het betreft hier uitsluitend nog de wettelijke limieten.

 

Limietenoverzicht (bedragen x 1.000 euro)

2024

2025

Limieten kort geld

 

 

Kasgeldlimiet

110.000

117.000

Drempelbedrag schatkistbankieren

11.586

11.745

Limieten lang geld

 

 

Renterisiconorm

259.000

274.000

 

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is een wettelijke limiet en bepaalt de maximale omvang van de gemiddelde netto-vlottende schuld van de gemeente in een kwartaal. De netto vlottende schuld is het saldototaal van alle bankrekeningen van de gemeente Groningen, inclusief de korter dan een jaar uitgezette en opgenomen geldleningen. De vlottende schuld aan het einde van de drie maanden binnen een kwartaal, vormen het kwartaalgemiddelde. De kwartaalgemiddelden van twee opeenvolgende kwartalen binnen een begrotingsjaar mogen volgens de wet fido, niet hoger zijn dan de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is gelijk aan 8,5% van het begrotingstotaal.

 

Kasgeldlimiet (bedragen x 1.000 euro)

2025

Vlottende schulden

1.733

Vlottende middelen

1.778

Netto vlottende schulden

-45

Begrotingstotaal

1.372.365

Kasgeldlimiet 8,5% van begrotingstotaal

117.000

Ruimte tot de kasgeldlimiet

117.045

 

Drempelbedrag schatkistbankieren

Het is mogelijk dat de gemeente een overschot heeft aan liquide middelen. Dit geld kan eventueel worden uitgeleend aan andere overheden. Wat dan nog boven de vastgestelde drempel uitkomt, moet de gemeente verplicht uitzetten bij het Rijk (schatkistbankieren). Het drempelbedrag is gelijk aan 10 miljoen euro plus 0,2% van het begrotingstotaal dat de 500 miljoen euro te boven gaat.

 

Renterisiconorm

De renterisiconorm is een wettelijke limiet. Net als bij de kasgeldlimiet, heeft de renterisiconorm vooral tot doel renterisico’s te beheersen. Daarom wordt bij de begroting een maximum vastgesteld voor aflossingen en/of renteherzieningen op langlopende leningen in een bepaald jaar. De renterisiconorm is 20% van het begrotingstotaal.

 

Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld in 2025-2028

 

 

(bedragen x 1.000 euro)

2025

2026

2027

2028

Begrotingstotaal

1.372.365

1.339.085

1.364.583

1.402.413

Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage

20%

20%

20%

20%

Rente risiconorm

274.000

268.000

273.000

280.000

Aflossingen

172.532

62.207

97.577

105.636

Ruimte onder renterisiconorm

101.468

205.793

175.423

174.364

 

Uit de berekening blijkt dat de renterisico’s op de vaste schuld de komende vier jaren ruim onder de wettelijke norm blijven.

 

Kredietrisico’s op verstrekte gelden

Onderstaand overzicht geeft een globale indruk van de kredietrisico’s op verstrekte gelden. Het betreft zowel verstrekte geldleningen (lang en kort) als creditposities (tegoeden) bij financiële instellingen. Hierbij zijn de uitgezette bedragen per risicogroep (soort leningnemers) aangegeven.

Risicogroep (bedragen x 1.000 euro)

Restantschuld

31-12-2024

Risico %

Grondexploitatiemaatschappij Meerstad

278.150

76,28%

Woningcorporaties met garantie WSW

40.091

10,99%

Overige toegestane instellingen volgens Treasury statuut

45.454

12,47%

Particulieren

945

0,26%

Totaal Risicodragend

364.640

100,00%

Voorzieningen langlopende leningen

-359

 

Totaal Balanspositie

364.281

 

 

 

 

Deze pagina is gebouwd op 11/20/2024 09:25:24 met de export van 11/19/2024 13:59:22