Paragrafen

Paragraaf 5: Financiering

Renteontwikkeling

De ontwikkeling van de rente op 10-jaars Nederlandse staatsobligaties vanaf december 2008 laat het volgende beeld zien.

 

Grafiek Rente% 10-jaars NL staatsobligaties

 

Aan een jarenlange periode van rentedaling en historisch lage (negatieve) rentes kwam in 2021 een einde. Vanaf begin 2022 is er voor wat betreft de langlopende rente sprake geweest van een scherpe stijging. De top werd bereikt op 2 oktober 2023 met een percentage van 3,27%. Sindsdien is er sprake van schommelingen en per saldo een daling naar 2,49% per 5 augustus 2024.

 

Oorzaken voor de onverwacht sterke (historische) rentestijging vanaf begin 2022 waren onder andere: de oorlog in de Oekraïne en de problemen in de leveringsketens als gevolg van Corona. Dit resulteerde in een zeer hoge inflatie, die bovendien langer aanhield dan verwacht. In de periode van juli 2022 tot september 2023 heeft de ECB de beleidsrentes in 10 stappen verhoogd van 0% tot 4,5% (refi-rente). Het doel van de renteverhogingen was om via de afkoeling/verlaging van de vraag naar producten en diensten de vraag-/aanbodverhoudingen aan te passen. Op die manier zou de prijsstijging over een breed front (van sectoren en producten en diensten) naar beneden gaan. Van belang om te vermelden is dat iedere renteverhoging 12 tot 18 maanden nodig heeft om het gewenste effect te hebben. Inmiddels is de inflatie in de Eurozone scherp terug gebracht van de top van 10,6% in oktober 2022 tot 2,6 % in juli 2024. De ECB heeft er dusdanig veel vertrouwen dat de inflatie in 2025 terug kan keren naar de lange termijndoelstelling van 2%, dat het in juni 2024 de eerste renteverlaging van 0,25% heeft doorgevoerd.  

 

De ECB verwacht dat de inflatie de komende maanden verder daalt, maar wil deze verwachting eerst bevestigd zien in de cijfers voordat zij overgaat tot verdere renteverlagingen. Tijdens de persconferentie in juli 2024 benadrukte ECB President Lagarde daarom dat de centrale bank per beleidsvergadering blijft bekijken of de rente gewijzigd moet worden en zij herhaalde de boodschap dat de ECB zich niet op voorhand vastlegt op een bepaald rentepad. In de markt is de algemene verwachting dat de komende cijfers de verwachting van een verder dalende inflatie zullen bevestigen en dat de ECB daarom kan overgaan tot verdere renteverlagingen.

 

In dit klimaat verwachten wij voor 2025 de volgende ontwikkelingen en rentestanden:

        • Een verdere (lichte) daling van de langlopende rente vanaf het huidige niveau voor lokale overheden van ongeveer 3% naar 2,5%. Hierbij houden we rekening met een afgekoelde economie en arbeidsmarkt met een drukkende werking op prijzen en rentestanden. Er is ook een risico aanwezig op een hoger dan verwachte rente. Voor dat risico gaan we uit van een rente van 3,5% in 2025 en houden daar rekening mee bij de berekening van het benodigde weerstandsvermogen (zie paragraaf 1.3.3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing)
        • De korte rentes zijn sterk gerelateerd aan de beleidsrentes van de ECB. Wij verwachten dat er in de rest van 2024 en in 2025 verdere verlagingen zullen worden doorgevoerd. Dit resulteert in onze verwachting voor de korte rente van 2,5% in 2025.  

 

De rente op nieuw aan te trekken langlopende leningen is begroot op 2,5%. Dit is 0,5% lager ten opzichte van de begroting 2024. Tegen dit tarief verwachten wij in 2025 leningen aan te kunnen trekken met een looptijd van gemiddeld 20 jaar.

 

Samenvattend toont onderstaande tabel de renteveronderstellingen voor 2025.

Renteveronderstellingen 2025: lange rente

 

Rente langlopende leningen

2,50%

Rente-omslagpercentage

1,70%

Rente beklemde reserves

1,70%

Rente kortlopende leningen (1-jaars)

2,50%

 

In december 2023 heeft de commissie BBV onder andere de notitie Rente geactualiseerd. Tot en met 2023 was het alleen toegestaan om de werkelijke rente over het vreemd vermogen (naar rato) toe te rekenen aan de grondexploitaties. Dit gold ook voor de toekomstige rentelasten. Met ingang van boekjaar 2025 wordt voor grondexploitaties geen onderscheid meer gemaakt in het BBV, waardoor de rentetoerekening plaatsvindt op basis van de reguliere omslagrente.

 

Het rente-omslagpercentage (ROP) voor 2025 is 1,70%. Het ROP is het rentepercentage dat wij gebruiken voor de toerekening van de rentelasten aan de taakvelden en ligt 0,05% lager ten opzichte van de begroting 2024. Deze daling komt voornamelijk doordat de begrote rente op nieuwe leningen van 3,00% naar 2,50% gaat. De omslagrente is gebaseerd op de verwachte rentekosten in het begrotingsjaar 2025.

 

Deze pagina is gebouwd op 11/20/2024 09:25:24 met de export van 11/19/2024 13:59:22