Financiële kengetallen
De financiële kengetallen geven een beeld van hoe de gemeente er financieel voor staat. Het onderstaande overzicht laat de verwachte ontwikkeling van de financiële kengetallen zien.
Begroting 2025 Kengetallen | Rekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | |
(bedragen x 1.000 euro) | Norm | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote |
| 124,8% | 142,6% | 134,0% | 141,5% | 142,2% | 141,0% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 120% | 95,3% | 114,1% | 110,3% | 119,2% | 121,7% | 123,4% |
Solvabiliteitsratio | 20% | 10,3% | 9,9% | 10,9% | 11,0% | 11,5% | 12,3% |
Structurele exploitatieruimte |
| 2,7% | 0,3% | 0,5% | 0,5% | 1,0% | 0,3% |
Grondexploitatie excl. Meerstad, Stadshavens en Suikerzijde |
| 3,6% | 6,8% | 2,8% | 3,0% | 3,5% | 3,2% |
Grondexploitatie incl. Meerstad, Stadshavens en Suikerzijde |
| 29,5% | 37,8% | 30,3% | 32,3% | 32,6% | 32,6% |
Belastingcapaciteit |
| 118,4% | 124,1% | 124,0% | 124,0% | 124,0% | 124,0% |
Onderstaand geven we een toelichting op de kengetallen. Onder de toelichting is het algemene oordeel opgenomen.
Netto schuldquote
Dit cijfer geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke netto schuldenlast (korte en lange schulden vermindert met kort en lang uitgeleende middelen) ten opzichte van de gemeentelijke baten. Het geeft een indicatie van de omvang van de rentelasten en aflossingen ten opzichte van de jaarlijkse baten en lasten. Bij de netto schuldquote wordt rekening gehouden met alle door de gemeente opgenomen leningen. Bij de netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen nemen we de leningen die we doorlenen aan derden (zoals bijvoorbeeld: Meerstad en woningbouwcorporaties) niet mee. Wanneer sprake is van doorlenen aan derden, ligt de netto schuldquote altijd boven de netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen.
Per 31 december 2025 komt de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen uit op 110,3%. Hiermee blijven we onder de ons gestelde norm van 120%. Vanaf 2026 loopt de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen op tot 123,4% in 2028 doordat de gemeentelijke baten dalen als gevolg van de opgelegde korting op het gemeentefonds per 2026.
Voor een genuanceerder beeld van de schuldpositie is van belang om de voorraad bouwgronden hierin mee te nemen. Gemeenten met veel grond hebben meer schulden en dus een hogere schuldquote. Dit geldt ook voor de gemeente Groningen. Rente en aflossing van deze schuld drukken niet direct op de begroting, maar dienen we op te vangen binnen de grondexploitaties met de opbrengsten uit de verkoop van de grond.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal wordt bepaald door de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. Het geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan de financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente.
De solvabiliteitsratio in 2025 is 10,9%. Dit is laag in vergelijking met andere gemeenten en ligt onder de norm van 20%. Met een solvabiliteit van minder dan 20% vallen gemeenten in de meest risicovolle categorie. Voor de lange termijn streven we naar een streefwaarde van 20%, voor de korte termijn hanteren we een streefwaarde van 10%. Een verbetering van de solvabiliteit wordt bereikt door een verlaging van de opgenomen leningen en/of een versterking van de reserves. In de periode 2026-2028 loopt de solvabiliteit op naar 12,3%. Dit ligt boven onze streefwaarde voor de korte termijn. We gaan ervan uit dat de begrote nadelen vanaf 2028 hier geen invloed op hebben.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang dat de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten. De belangrijkste structurele baten zijn de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting (OZB). Dit kengetal geeft het verschil tussen de structurele baten en lasten ten opzichte van de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. In onderstaand overzicht is de omvang en ontwikkeling van de structurele lasten en baten opgenomen. Het verloop van de structurele exploitatieruimte over de periode 2023 tot en met 2028 geeft aan dat er sprake is van een structureel evenwicht. In de kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement hebben we als streefwaarde opgenomen dat de exploitatie minimaal (structureel) in evenwicht is.
Structureel evenwicht | Rekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
---|---|---|---|---|---|---|
(bedragen x 1.000 euro) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Totale lasten | 1.332.870 | 1.331.776 | 1.428.266 | 1.362.969 | 1.398.603 | 1.440.036 |
Incidentele lasten | -101.235 | -15.842 | -11.481 | -1.404 | 0 | 0 |
Incidentele toevoegingen reserves | -48.096 | -38.718 | -54.901 | -18.883 | -24.020 | -22.623 |
Structurele lasten (A) | 1.183.539 | 1.277.216 | 1.361.884 | 1.342.682 | 1.374.583 | 1.417.413 |
Totale baten | 1.397.892 | 1.331.776 | 1.428.266 | 1.362.969 | 1.398.603 | 1.430.985 |
Incidentele baten | -93.392 | -1.682 | -10.217 | -4 | -5 | -5 |
Incidentele onttrekkingen reserves | -85.600 | -48.764 | -48.935 | -13.401 | -10.107 | -9.057 |
Structurele baten (B) | 1.218.900 | 1.281.330 | 1.369.114 | 1.349.564 | 1.388.491 | 1.421.923 |
Structurele exploitatieruimte (B-A) | 35.361 | 4.114 | 7.230 | 6.882 | 13.908 | 4.510 |
Structurele exploitatieruimte in percentage | 2,7% | 0,3% | 0,5% | 0,5% | 1,0% | 0,3% |
Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale gemeentelijke baten. De boekwaarde van de voorraden grond moeten we terugverdienen bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Het kengetal voor de gemeentelijke grondexploitaties inclusief Meerstad, Stadshavens en Suikerzijde is in 2025 30,3%. In de jaarrekening 2023 bedroeg dit kengetal (in 2025) 38,6%. Vanaf de begroting 2025 wordt een andere bron gebruikt voor de berekening en zijn door actualisatie van de prognoses van de grondexploitaties de kengetallen gewijzigd ten opzichte van de standen bij de jaarrekening 2023.
Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Hiervoor wordt de belastingdruk in Groningen gerelateerd aan de landelijk gemiddelde tarieven/woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) van een meerpersoonshuishouden met een koopwoning. Als dit kengetal laag is, betekent het dat een gemeente meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. De belastingdruk in Groningen ligt boven het landelijk gemiddelde. In de jaarrekening 2023 bedroeg het kengetal 118,4%. Een hoge belastingcapaciteit beperkt de mogelijkheid om financiële tegenvallers op te vangen met een verhoging van tarieven.
Algemeen oordeel
Overall kunnen we concluderen dat de ratio’s laten zien dat de financiële positie van de gemeente Groningen is verbeterd maar kwetsbaar blijft door onzekerheid omtrent de hoogte van het gemeentefonds. De projecten uit de strategische investeringsagenda hebben de komende jaren een negatief effect op de ratio weerstandsvermogen en onze kengetallen. Met de maatregelen die we nemen in de begroting en de verbetering van onder andere de ratio weerstandsvermogen bereiden wij ons hierop voor.
Dit kwetsbaarheid kunnen we voor een groot deel verklaren door een relatief hoge schuldpositie. De gemeente heeft veel grond in eigendom en ontwikkelt (grote) woningbouwlocaties om te kunnen voorzien in de woningbehoefte. De grote strategische waarde hiervan komt niet tot uitdrukking in de financiële kengetallen. Het beïnvloedt echter wel de flexibiliteit van de begroting. De ratio’s moeten in samenhang met het weerstandsvermogen worden bezien om te kunnen beoordelen of de gemeente Groningen in staat is om in te spelen op toekomstige risico’s. Het weerstandsvermogen is op dit moment voldoende om risico’s op te kunnen vangen.