Dynamisch weerstandsvermogen
We laten de dynamische ontwikkeling van het weerstandsvermogen zien als gevolg van wijzigingen in de risico’s en de reserves in de periode 2025-2028. Hiermee ontstaat een beter beeld van de meerjarige ontwikkeling van het weerstandsvermogen.
Risico’s waarvoor we een meerjarige inschatting kunnen maken (in effect en/of kans van optreden) nemen we op in de dynamische ontwikkeling. Het gaat bijvoorbeeld om de risico’s bij grondexploitaties, sociaal domein, bezuinigingen en het parkeerbedrijf. In de gevallen waar we geen meerjarige ontwikkeling kunnen inschatten, houden we rekening met een constante waarde van het risico voor de periode 2025-2028.
In het geval reservemutaties voor de komende jaren bekend zijn, houden we hier rekening mee in de dynamische ontwikkeling van het weerstandsvermogen. Deze gegevens zijn verwerkt en leiden tot het volgende beeld van het weerstandsvermogen.
Begroting 2025 Weerstandsvermogen | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
(bedragen x 1.000 euro) |
|
|
|
|
Beschikbaar weerstandsvermogen (A) | 152.737 | 154.055 | 158.165 | 159.014 |
Benodigd weerstandsvermogen (B) | 102.056 | 114.571 | 115.762 | 124.883 |
Ratio (A/B*100%) | 150% | 134% | 137% | 127% |
Afwijking t.o.v. ratio 1,0 | 50.682 | 39.484 | 42.402 | 34.131 |
Ratio in jaarrekening 2023 | 138% | 112% | 108% | 107% |
Verhouding reserves/ benodigd weerstandsvermogen | 79% | 70% | 73% | 68% |
Reserves in het weerstandsvermogen | 80.117 | 80.522 | 84.052 | 84.378 |
Vanaf 2026 neemt het benodigd weerstandsvermogen ten opzichte van 2025 hoofdzakelijk toe door toename van de omvang van het risico sociaal domein. Per 2028 neemt het benodigd weerstandsvermogen toe als gevolg van het risico gemeentefonds: ontoereikende middelen vanaf 2026.