Paragrafen

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandsvermogen in één oogopslag

 

 

Berekening weerstandsvermogen begroting 2025

 

 

 

(bedragen x 1.000 euro)

2025

2026

2027

2028

Beschikbare weerstandsvermogen (A)

152.737

154.055

158.165

159.014

Algemene Reserve/reserve Grondzaken

80.117

80.522

84.052

84.378

 Overig weerstandsvermogen

72.620

73.533

74.113

74.636

Benodigde weerstandsvermogen (B)

102.056

114.571

115.762

124.883

  Risico grondexploitaties * waarschijnlijkheidsfactor (90%)

56.160

55.710

53.550

53.010

  Overige risico's * waarschijnlijkheidsfactor (90%)

45.896

58.861

62.212

71.873

Ratio weerstandsvermogen (A/B x 100%)

150%

134%

137%

127%

Verhouding reserves / benodigd weerstandsvermogen

79%

70%

73%

68%

Ambitie beschikbaar weerstandsvermogen op 100%

100%

100%

100%

100%

Verschil tussen beschikbaar en benodigd weerstandsvermogen

50.682

39.484

42.402

34.131

Streefwaarde verhouding reserves/benodigd weerstandsvermogen 50%

50%

50%

50%

50%

Verschil tussen streefwaarde en actuele prognose verhouding reserve/wsv

29.089

23.236

26.171

21.937

 

Het beschikbare weerstandsvermogen bestaat uit een aantal bronnen waarmee we het effect van risico’s kunnen opgevangen. We maken onderscheid tussen de reserves (Algemene reserve en reserve Grondzaken) en overige bronnen. De Algemene reserve (60,3 miljoen euro in 2025) en de reserve Grondzaken (19,8 miljoen euro in 2025) zijn hard en kunnen we direct inzetten. Inzet van de overige bronnen (72,6 miljoen euro) vraagt over het algemeen meer tijd. Voor de inzet van de stille reserve Enexis bijvoorbeeld is eerst verkoop van de aandelen nodig en inzet van de intensiveringsmiddelen vraagt besluitvorming over verlaging van de beschikbare budgetten en aanpassing van het beleid.

Gezien het belang van de omvang van de reserves maken we deze afzonderlijk zichtbaar. In het onderdeel beschikbaar weerstandsvermogen geven we een toelichting op de onderdelen van het beschikbaar weerstandsvermogen.

 

Het benodigde weerstandsvermogen wordt bepaald op basis van een inschatting van de risico’s die de gemeente loopt. Veruit het grootste risico ligt bij de gemeentelijke grondexploitaties en Meerstad. Dit risico bepaalt in 2025 55% van het benodigd weerstandsvermogen. Met nieuwe projecten waarover nog geen (uitvoerings)besluit is genomen houden we nog geen rekening. Pas wanneer er zekerheid is over de uitvoering, maken we een inschatting van het risico en houden we er rekening mee in het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.

In het onderdeel benodigd weerstandsvermogen geven we een toelichting op risico’s die het benodigd weerstandsvermogen bepalen.

 

De ontwikkeling van het weerstandsvermogen wordt twee keer per jaar geactualiseerd: bij de begroting en bij de rekening. We willen benadrukken dat de berekening van het weerstandsvermogen geen exacte wetenschap is. Bij het bepalen van de omvang van het benodigd weerstandsvermogen maken we een groot aantal inschattingen die meer of minder goed te onderbouwen zijn. Bij de beoordeling van het weerstandsvermogen kijken we dan ook vooral naar hoe het weerstandsvermogen zich ontwikkelt.

Voor een objectieve beoordeling van de financiële situatie van de gemeente kijken we ook naar financiële kengetallen (vooral netto schuldquote en solvabiliteit). Deze kengetallen zijn gebaseerd op de omvang van de schulden en het eigen vermogen en kunnen objectief worden bepaald.

 

Vergelijking met de jaarrekening 2023 (jaarschijf 2025)

Weerstandsvermogen

Begroting

Rekening

Verschil

(bedragen x 1.000 euro)

2025

2023

 

Beschikbare weerstandsvermogen (A)

152.737

148.331

4.406

Benodigde weerstandsvermogen (B)

102.056

107.329

-5.273

Ratio weerstandsvermogen (A/B x 100%)

150%

138%

 

Ambitie beschikbaar weerstandsvermogen op 100%

100%

100%

 

Verschil tussen beschikbaar en benodigd weerstandsvermogen

50.682

41.002

9.680

Verhouding reserves / benodigd weerstandsvermogen

79%

73%

 

Reserves in het weerstandsvermogen

80.117

78.547

1.570

 

In vergelijking met de begroting neemt het benodigd weerstandsvermogen af met 5,3 miljoen euro. Het beschikbaar weerstandsvermogen neemt toe met 4,4 miljoen euro. Dit leidt in 2025 tot een verbetering van de ratio met 12% (van 138% naar 150%).

De verschillen bij het beschikbaar weerstandsvermogen lichten we toe in het onderdeel beschikbaar weerstandsvermogen .

 

Bij het beoordelen van het weerstandsvermogen kijken we ook naar het aandeel van de reserves (Algemene reserve plus reserve Grondzaken) ten opzichte van het benodigd weerstandsvermogen. Als streefwaarde hanteren we een percentage van 50%. In 2025 zit het aandeel reserves ten opzichte van het benodigd weerstandsvermogen op 79%. In 2026 neemt dit naar verwachting, door toename van het benodigd weerstandsvermogen, af tot 70% en neemt daarna af naar 68% in 2028. Hierbij wordt rekening gehouden met de op dit moment bekende toevoegingen en onttrekkingen aan de Algemene reserve en reserve Grondzaken voor de komende jaren.

In het coalitieakkoord staat dat we het niveau van het weerstandsvermogen in stand houden. Zowel de ratio weerstandsvermogen als het aandeel van de reserves liggen de komende jaren boven de streefwaarden.

 

 

 

Deze pagina is gebouwd op 11/20/2024 09:25:24 met de export van 11/19/2024 13:59:22